Sociaal plan VGZ

Reorganisatie en veranderingen

VGZ vindt het belangrijk om haar medewerkers ‘arbeidsmarktklaar’ te maken. Dat wil zeggen dat de werknemer:

  • inzicht heeft in de arbeidsmarkt en de eigen positie daarop;
  • een toekomstplan heeft en daar gericht invulling aan geeft.

Hiermee wordt beoogd mee te kunnen met veranderingen die plaats kunnen hebben.

Sociaal plan VGZ

Het sociaal plan voor de periode 2018 – 2020 biedt werknemers die met verval van hun arbeidsplaats te maken krijgen faciliteiten om naar nieuw werk te komen. Dat kan intern zijn, maar ook extern. Gedurende het herplaatsingstraject worden werknemers vrijgesteld van werkzaamheden om zich maximaal te kunnen richten op het vinden van nieuw werk. Tijdens deze periode wordt een voorrangspositie genoten bij interne vacatures en is er ook de mogelijkheid om begeleiding naar zelfstandig ondernemerschap te ontvangen.

Om het aantal boventalligen zo klein mogelijk te doen zijn, is in het sociaal plan ook een vrijwillig vertrekregeling opgenomen en een plaatsmakersregeling. Werknemers die hiervoor in aanmerking komen, kunnen daarmee onder voorwaarden vertrekken tegen een vergoeding van 50% van de VGZ-formule (zie hierna). Dit kan niet samenlopen met de wachtgeldregeling van de cao.

Vaststellingsovereenkomst VGZ

Wanneer de werknemer wiens arbeidsplaats vervalt er niet in slaagt intern ander werk te vinden, zal beëindiging kunnen volgen. De voorkeur is om dat met een beëindigingsovereenkomst (ook wel vaststellingsovereenkomst genoemd) te regelen. Die is gebaseerd op de voorwaarden van het sociaal plan. Als de werknemer daar geen medewerking aan wil verlenen, zal een UWV-procedure gestart worden.

De einddatum volgt na afronding van de herplaatsingsactiviteiten, waarbij de wettelijke opzegtermijn in acht genomen wordt, maximaal 4 maanden na aanvang van het herplaatsingstraject. De te ontvangen ontslagvergoeding, die in de plaats komt voor de wettelijke transitievergoeding en wachtgeldregeling van de cao, wordt berekend aan de hand van de VGZ-formule. Die formule is vergelijkbaar met de transitievergoeding die tot en met 2019 te gelden had (dus inclusief 50+ regeling), maal een leeftijdsfactor. Deze laatste bedraagt 1,1 voor werknemers onder de 40, 1,6 voor werknemers tussen 40 en 50 jaar en 1,7 voor 50-plussers.

Juridische ondersteuning

VGZ raadt werknemers aan om zich van juridisch advies te voorzien over de (concept) vaststellingsovereenkomst en stelt daarvoor ook een passend adviesbudget ter beschikking. Wij kunnen werknemers binnen dit budget, zonder eigen bijdrage, van individueel advies voorzien. Onze praktijk leert dat werknemers het vrijwel altijd als nuttig en prettig ervaren om in een dergelijk traject een juridische steun in de rug te krijgen.

Wij controleren onder meer of alles volgens de regels is verlopen, of de vergoeding juist is berekend, of de juiste termijnen zijn toegepast, of er naar verwachting een aansluitende WW-uitkering in kan gaan en wij adviseren over (individuele) keuzemogelijkheden. Wij kunnen daarbij eveneens in contact met werkgever treden als dat onverhoopt niet het geval is. Denk hierbij onder andere aan de volgende hulp:

  • Ben je terecht geselecteerd als boventallige/ voor ontslag;
  • Verloopt het werk naar werk traject goed of word je bijvoorbeeld ten onrechte niet toegelaten tot een alternatieve passende positie;
  • Advies bij het maken van de juiste keuze binnen het sociaal plan aan de hand van de individuele omstandigheden;
  • Is de concept vaststellingsovereenkomst in orde, of is aanpassing wenselijk;
  • Is de datum uit dienst juist vastgesteld;
  • Is de ontslagvergoeding juist berekend;
  • Beoordeling individuele aspecten vertrekregeling en (on)redelijkheid in geval van bijzondere omstandigheden;
  • Toetsing situatie sociale zekerheid;
  • Advisering bij arbeidsongeschiktheid (tijdens begeleiding of voor ontslag);
  • Ondersteuning bij verweer/bezwaar.